Tussen 1250 en 1300 was er veel minder variatie in voornamen dan in de vroege Middeleeuwen.
Een inventarisatie van mannennamen van voor 1150 leverde ongeveer net zoveel individuen op als de huidige studie: ongeveer 3000 (zie Namen in de Lage Landen voor 1150). Echter, het aantal unieke eigennamen lag in de vroege Middeleeuwen bijna drie maal zo hoog. Er was ook een groot verschil in het aandeel van de top-10 namen aan het geheel: tussen 1250 en 1300 droeg ongeveer de helft van de mannen een van de 10 meest populaire namen, maar voor 1150 was dat maar 12%. Voor vrouwennamen lagen de aantallen lager, maar waren de percentages vergelijkbaar. De studie van voor 1150 liet over de eeuwen een afname in de variatie in eigennamen zien, van 700 tot 1150. De huidige studie toont dat die afname na 1150 is doorgegaan. Dit patroon werd veroorzaakt door een afname in het aantal verschillende Germaanse namen. De variatie in niet-Germaanse namen nam toe, in vergelijking met de vroegere eeuwen, maar niet genoeg om het verlies aan Germaanse namen te compenseren.
Unieke eigennamen in de vroege Middeleeuwen en in de 13e eeuw. G = Germaans, NG = niet-Germaans, X = onbekende of gemengde oorsprong. |
|
Inleiding Referenties Locaties Ruwe data (550 Kb) |
Lijsten: Voornamen vrouwen Voornamen mannen Beroepsnamen en bijnamen |
Analyses: Niet-Germaanse namen Variatie Populairste voornamen Achternamen |
© Dr. Kees C. Nieuwenhuijsen
home page: www.keesn.nl |